NPK
aquarium bemesting

(macro-elementen)

De inhoud van een potje/zakje:

  • Kaliumnitraat (KNO3):  27,7gram
  • Kaliumfosfaat (KH2PO4) : 2,3 gram
  • Totaal : 30 gram

De inhoud van het potje los je op in een halve liter kraanwater. Elke week doseer je 15 ml per 100 liter aquarium water. Je geeft dan :

  • Stikstof:  N: 5,1 ppm verhoging
  • Fosfaat:   P: 0,48 ppm verhoging
  • Kalium:    K: 3,4 ppm verhoging

Dit is voldoende voor een aquarium zonder CO₂ toevoeging.

Voor de mensen die geregeld hun ppm waardes meten.

Gebruik een testset uit de winkel. Je heb veel soorten maar het komt niet zo nauw. Let wel: ‘Het is geen ‘rocket science’. Hou in je gedachte dat Tom Barr, de pionier op aquariumbemesting, alles nauwkeurig uit rekent in milligrammen en dan opgeeft hoeveel eet of theelepels je moet toevoegen voor een goed resultaat. Dat zegt wel iets over hoe je moet werken, want je weegt het voer voor de vissen ook niet af. Wel belangrijk is dat je wekelijks op de zelfde dag meet. Het is handig om alles op een papiertje of op je telefoon bij te houden wat je elke week toevoegt aan je aquarium. Kijk ook naar de datum van je setje, ze zijn beperkt houdbaar. Na openen de datum noteren in verband met de houdbaarheid. Je kunt met een testset een fout maken tot 3,5 ppm. , een druppel test is het nauwkeurigst. Een ander aspect is het water verversen, meet na het water verversen de waardes.
Maar we gaan eerst kijken wat we meten en wat we daar mee kunnen doen.

Je heb je potje, NPK van de vereniging, opgelost in 500 ml water en in een fles gedaan. In de fles zit je basis oplossing.

Wat is voor een beplant aquarium de norm? Dat is voor nitraat: 5-10 ppm. (optimaal niveau).
Kalium en fosfaat wordt samen met de nitraat in een vaste verhouding. Let wel: 1 ppm = 1 mg per liter. De een drukt alles uit in ppm en de ander in mg/l. Ik kies voor ppm.

Je gaat dus het nitraat gehalte meten. Je kijkt wat je hebt gemeten, bv: 2 ppm. Je kiest 5 ppm voor je aquarium. Gevolg je moet nitraat toevoegen om op je optimale niveau te komen. Dat is simpel:
5 ppm – 2 ppm = 3 ppm verhogen.
Nu moet je uit reken hoeveel je moet toevoegen. Daarvoor staat er een rekenhulp op deze pagina.
Pas in de rekenhulp eerst je water volume van de aquarium in bij ‘Inhoud aquarium’. In het voorbeeld laat je deze op 100 staan. Vul daarna bij ‘gemeten waarde NO₃²⁻‘ het ‘aantal gemeten ppm’s in, in het voorbeeld 2. Bij gewenst waarde vul je 5 in ( dat staat ook standaard ingevuld). Bij ‘Berekening’ staat nu 8,8ml.  (Standaard in de rekenhulp staat gemeten waarde op nul, vergeet deze waarde niet! ) Dit beteken dat je 8,8ml moet toevoegen aan je aquarium uit je fles (basis oplossing). Stel dat je aquarium 160 liter bevat, dan kom je uit op: 14,1ml ( 14 ml dus). Let op, de onderste gegevens in de rekenhulp blijven gelijk, daar meer water in het aquarium zorgt er voor dat je meer moet toevoegen om het zelfde resultaat te bewerkstelligen. Alles wat je doet gaat in verhoudingen. (In dit geval verdunningen).

Je toevoeging/dosering van 8,8 ml (9ml in dit geval) geeft in een aquarium van 100 liter een nitraat (NO₃²⁻) verhoging van 3 ppm. Na dosering is de nitraat gehalte 5 ppm.

Meet je in je aquarium 0 ppm verhoog hem dan naar 6 ppm en meet de volgende week weer. Tot dat iets nitraat meet. Na verloop van tijd weet je hoeveel je kun doseren voor een hele week.

Rekenhulp:


noteer wat je doet.

Als je geen CO₂ toevoegt:

dan kun je de rekenhulp gebruiken door in de rekenhulp alleen ‘Inhoud aquarium’ aan te passen. Bij ‘Berekeningen’ staat dan wat je kunt doseren.

Als je alles zelf wilt uit rekenen: